Archieven

De archieven moeten open voor wie zijn verleden wil begrijpen

Het was een schok om te constateren dat mensen in de Tweede Wereldoorlog grappen over joden maakten én dat ze er om lachten. Natuurlijk, de meesten van ons weten dit – van horen zeggen of uit een boek. Maar in een scène van het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter heb ik het nu voor het eerst in mijn zestigjarige leven ook gehóórd. Dat was een treurige ervaring.

Het Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter was in de oorlog het antwoord van de Nederlandsche Omroep, waar alle omroepverenigingen op last van de bezetter in waren samengegaan, op het succesvolle Cabaret De Watergeus van Radio Oranje. De naam Paulus de Ruiter was een pseudoniem van liedjesschrijver Jacques van Tol, die zoals bekend niet kieskeurig was voor wie hij werkte. Interessant is dat De Ruiter en Radio Oranje elkaars liedjes persifleerden.


Voor de goede verstaander

Zo maakte De Watergeus een spotlied op Anton Mussert op de melodie van De kleine man van Louis Davids, voor de oorlog geschreven door Jacques van Tol. Het handige van een bekende melodie was dat de (heimelijke) luisteraar naar Radio Oranje het wijsje zonder gevaar op straat kon fluiten, zodat het voor de goede verstaander duidelijk was aan welke kant hij stond. Maar als ‘de andere kant’ het kunstje imiteert, werkt het niet meer. Jacques van Tol maakte er een antisemitische versie van over “die uitgekookte, gaargestookte, vette jodenman”.

Van die versie is voor zover bekend geen geluidsopname bewaard gebleven, maar een complete uitzending van het Zondagmiddagcabaret staat op een van de vier cd’s van de set Ongehoord 1940-1945 – Amusement en propaganda tijdens de bezetting. Veel liedjes en sketches van Radio Oranje staan op een afzonderlijke cd. De andere twee cd’s zijn gevuld met liedjes ter verstrooiing en om moed uit te putten, zoals Koppen op! van Lou Bandy en Prakkizeer nu toch niet van Orkest Esmeralda met Bert van Dongen. Alle in totaal meer dan honderd nummers in de set zijn uitgebreid beschreven door journalist Henk van Gelder, een van de samenstellers, die ook achtergrondverhalen heeft geschreven in het fraaie boekje dat de cd-set vergezelt.


Zeshonderd overgebleven exemplaren

Hoe ik zo wijs ben geworden? Ik kreeg onlangs een exemplaar van de set cadeau van Maarten Eilander, die in 2005 vanuit het toenmalige Theater Instituut Nederland (TIN) als archivaris een van de initiatiefnemers was van Ongehoord, onder welke titel ook uitgaven zijn verschenen met de stemmen van Simon Carmiggelt en Annie M.G. Schmidt. Eilander had de hand kunnen leggen op zo’n zeshonderd overgebleven exemplaren van de luxueuze set, die ooit waren blijven staan bij de verpakker. Ze zijn gebruikt als jubileumcadeau van vereniging De Weergever, die zich toelegt op 78-toerenplaten en -spelers. Eilander is daar actief in. Zoals gezegd was het voor de eerste keer dat ik het NSB-cabaret van Paulus de Ruiter hoorde, en ook veel materiaal van Radio Oranje was nieuw voor mij. Een zoektocht op internet leverde wel wat op, maar alleen wat highlights. Ik realiseerde mij dat het materiaal van de cd-set waardevol was, maar niet toegankelijk voor een breed publiek dat kennis wil nemen van zijn verleden. De set is weliswaar te koop via Bol.com, maar was niet beschikbaar via moderne platforms als Spotify, iTunes, Storytel en de onlinebibliotheek. Daar heb ik, in samenspraak met Maarten Eilander, verandering in gebracht. Van elke cd heb ik ook, met de teksten van Henk van Gelder, een luisterboek gemaakt, aangevuld met enkele andere relevante liederen uit die tijd.


Muzikaal theaterportret Peter Siers

Het gaat hier denk ik om het levend houden van archieven. Als schrijver en podcastmaker ben ik nieuw op dit terrein, maar ik heb al een paar dingen meegemaakt. Zo zat ik achter de liedjes aan van de bijna vergeten verzetszanger Peter Siers. Er lag een cassettebandje met acht van zijn kritische nummers in het archief, opgenomen vlak na de oorlog. Het heeft mij flink wat moeite gekost om ze te kunnen gebruiken in mijn podcast. Maar het is gelukt en ze staan nu ook op Spotify en elders. En meer: de Paul van Vliet Academie wil een ‘muzikaal theaterportret’ van Peter Siers maken en zijn nummers worden nu opnieuw uitgevoerd, onder meer bij Volgspot op NPO Radio5. Dat kon alleen gebeuren omdat een archief de originele opnamen uit 1945 heeft bewaard én omdat ze ook uit het archief zijn gekomen. Het is de lezer misschien opgevallen dat er de afgelopen jaren zo veel wordt gepubliceerd over de Tweede Wereldoorlog. Dat is mogelijk omdat veel schriftelijke archieven de afgelopen tijd zijn gedigitaliseerd en via internet toegankelijk zijn gemaakt. Ik heb de indruk dat dit met beeld en geluid beter kan. Ik ben er ook pas sinds kort achter dat liedjes en geluidsopnamen na zeventig jaar hun auteursrecht verliezen, so let’s go, publish or perish! Voor beeld zal het moeilijker liggen, maar willen we onze geschiedenis kunnen begrijpen, dan moeten ook die archieven open en makkelijk toegankelijk zijn: voor journalistiek en wetenschappelijk onderzoek en voor vermaak – juist nu in coronatijd fysieke toegankelijkheid van archieven lastig is. Ja, het is natuurlijk ook een centenkwestie, dus iets om je hard voor te maken.

Een gotspe

Wat mij de afgelopen jaren ook is geworden, is dat veel archieven nog zijn ingesteld op fysiek materiaal. Om die reden heb ik mijn belangrijke podcastseries op cd gezet en gestuurd naar het depot van de Koninklijke Bibliotheek (KB), naar Beeld en Geluid, en naar het Verzetsmuseum. Een gotspe natuurlijk, elektronisch werk op een drager aanleveren. Maar in mei hoorde ik dat de KB eindelijk werk gaat maken van het verzamelen van ebooks en luisterboeken – hoewel die natuurlijk al een tijdje onder ons zijn. Voor het verzamelen van podcasts heb ik nog geen goed initiatief gezien. Podcasts bestaan sinds begin deze eeuw en er is al veel verloren gegaan. Nog even over de rechten. Ik hoor van een bevriend archief dat dit geen audio meer accepteert, omdat je daar vanwege de rechten weinig mee kunt. Dat is natuurlijk het paard achter de wagen spannen. Rechtenorganisaties, doe er wat aan! Zelf kom ik prachtig historisch materiaal tegen waarvan het volstrekt onduidelijk is wie de rechthebbende is. Ik ben geneigd dat materiaal te herpubliceren met als ‘disclaimer’ een tekst als: “We hebben getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Wie zich geroepen voelt alsnog zijn of haar rechten te claimen, dient zich binnen drie maanden na publicatie te melden bij de uitgever”. Want: de vergetelheid is erger. Laten we ervoor zorgen dat een titel als Ongehoord figuurlijk blijft, niet letterlijk.

Zie ook www.ongehoord4045.nl
Reacties: mail Peter de Ruiter.